Voor en na elke Reiki-behandeling met Edelstenen maak ik de gekozen stenen met de hand en spiritueel schoon.
Daartoe houd ik ze korte tijd in stromend koud water, ondertussen visualiserend hoe al het negatieve, duistere eraf gespoeld wordt.
Daarna droog ik ze met een schone katoenen doek af en houd ze in mijn Reiki-handen.
Door de automatisch door onze Reiki-handen stromende, geconcentreerde lichtenergie en onze liefde uit goddelijke, universele bron worden de lichtvibraties van de stenen geactiveerd.
Op deze wijze wordt de uitstraling van de edelstenen niet alleen gezuiverd, maar krijgt ze ook de geneeskrachtige, harmoniserende vibratie van Reiki.
De verborgen, fijnstoffelijke lichtkrachten van edelstenen manifesteren zich alleen dan, als ze met licht en liefde aangeraakt worden.
Reiki-handen doen dat vanzelf, op heel eenvoudige en natuurlijke wijze.
Gedurende de Reiki-behandeling worden de edelstenen sterk met Reiki geladen.
Deze Reiki-energie stralen ze nog lang na de behandeling en het schoonmaken uit en in hun omgeving of naar de mensen die ze bij zich dragen.
We kunnen daarom de stenen die we in een Reikibehandeling hebben gebruikt, het beste in de kamer laten liggen; daar zorgen ze voor een weldadige, zuivere, vreedzame atmosfeer.
Hebben we onszelf met gebruikmaking van edelstenen met Reiki behandeld, dan kunnen we er een van uitkiezen en die overdag of ook langere tijd bij ons dragen.
Hij zal ons met zijn licht terzijde staan.
Reiki heeft zijn werking verhoogd.
Het opleggen en optimaal afstemmen op de energiecentra
Zoals hun naam al aangeeft, zijn onze energiecentra buitengewoon ontvankelijk voor fijnstoffelijke lichtenergieën.
Ze zijn de bruggen via welke al onze lichamen, van het fysieke tot en met het kosmische, met elkaar in verbinding staan en voortdurend onderling energie uitwisselen.
Elk energiecentrum heeft daarbij een specifieke taak en functie, en toch is in elk energiecentrum alle informatie aanwezig en beschikbaar.
Als we een edelsteen op een van de energiecentra leggen, dan stroomt zijn geactiveerde lichtenergie dat centrum binnen en vermengt zich met de energiestroom ervan.
Naar gelang van kleur vorm, grootte, tekening en patroon van de steen vertoont de werking zekere nuances.
Hieronder geef ik aan waar de edelstenen voor elk centrum opgelegd dienen te worden:
1e energiecentrum ( basiscentrum ): Onderste gedeelte van de schaamstreek
2e energiecentrum ( heiligbeencentrum): Onderbuik, net onder de navel
3e energiecentrum ( zonnevlechtcentrum): Iets boven de navel
4e energiecentrum ( hartcentrum): In het midden van de borst
5e energiecentrum ( keelcentrum): Halskuiltje
6e energiecentrum ( voorhoofdcentrum): Boven de neuswortel, tussen de wenkbrauwen
7e energiecentrum ( kruin- of krooncentrum): Achter op het hoofd
( Voetcentra ): Tussen de voeten
( Handcentra ): Op de naar boven geopende handen of onder de naar de grond gekeerde handpalmen.
Na de edelstenen zoals boven beschreven schoongemaakt en geactiveerd te hebben, leggen we ze op, waarbij we er op dienen te letten of ze optimaal afgestemd zijn.
Iedere edelsteen, of hij nu ongeslepen of in een trommel, met facetten of tot cabochon geslepen is, geeft ons door vorm, tekening, patroon, groeistructuren of insluitsels aanwijzingen over hoe zijn energie stroomt.
Meestal vinden we wel een punt, driehoekje, berg of misschien maar een nauwelijks te voelen verhoging, in welke richting zijn energie geneigd is te stromen.
Dat is dan het gedeelte dat in de richting van het hoofd dient te wijzen.
Bij Bergkristallen en soortgelijke stenen is het doorgaans heel duidelijk.
Bij het opleggen van piramiden zijn er twee mogelijkheden voor het optimaal richten ervan:
Een van de hoeken wijst naar het hoofd: de energie stroomt van de geest naar de stof; lichtenergie steunt ons in onze aardse aangelegenheden.
Een van de vlakken is naar het hoofd gericht: de energie verheft zich van de stof naar de geest; we openen ons voor het spirituele, geestelijke en intuïtieve inzichten en lessen.
Obelisken horen niet te liggen, maar recht op te staan.
Aangezien dat alleen in het gebied van de voetcentra of bij het kruincentrum mogelijk is, zetten we bij de andere energiecentra de obelisk in de ‘aura’ naast het lichaam binnen het bereik van het energiecentrum in kwestie.
Hetzelfde kunnen we doen met grote of zware edelstenen, of met kogel- en eivormige stenen, die immers weg rollen.
Wanneer na het opleggen van de edelstenen of door de Reiki-behandeling zelf een of meer stenen verschuiven, laten we dat zo en leggen we ze niet op hun oorspronkelijke plaats terug.
Subtiele bewegingen van het lichaam zorgen er in deze gevallen kennelijk voor dat de edelsteen in een voor de actuele situatie van de recipiënt nog betere positie komt te liggen.
Tijdens het opleggen en richten van de edelstenen dienen we al onze aandacht erbij te houden, want met elke edelsteen houden we geconcentreerde lichtenergie in onze handen, waarmee het stromen en opnemen van Reiki en de werking zeer sterk geactiveerd worden.